Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Omdat gij een [6]eeuwige vijandschap hebt, en hebt de kinderen Israels doen [7]wegvloeien door [8]het geweld des zwaards, ten tijde huns [9]verderfs, ten tijde der [10]uiterste ongerechtigheid; 6. Hebreeuws, vijandschap der eeuwigheid; te weten tegen mijn volk; vergelijk boven hfdst.25 vs.12, enz.; Amos 1:11. 7. Of, gestort; dat is, hun bloed, als water door moorderijen vergoten, doen wegvloeien; vergelijk Ps.63:11, en Jer.18:21, met de aantekening. 8. Hebreeuws, de handen des zwaards. Zie Job 5:20. 9. Of, ondergangs, door de Chaldeen, die de Edomieten geholpen of aangehitst hebben om Jeruzalem in den grond uit te roeien. Zie Ps.137:7. 10. Hebreeuws, ongerechtigheid van het einde, of des uitersten; zie boven hfdst.21 vs.25.